Archief van het auditoraat-generaal bij het Militair Gerechtshof. Dienst voor Algemene Onderrichtingen. Reeks documentatiedossiers. (vnl.) 1944-1953

  • Accès et consultation :  Archiefstukken ouder dan 100 jaar zijn vrij raadpleegbaar.
    Raadpleging van stukken jonger dan 100 jaar vereist de voorafgaande schriftelijke toelating van het College van procureurs-generaal. Een gemotiveerde aanvraag tot inzage dient gericht te worden aan het College van procureurs-generaal, Waterloolaan 76 te 1000 Brussel. Na goedkeuring door het College kunnen de gewenste stukken geraadpleegd worden in de leeszaal van het Algemeen Rijksarchief 2 - Depot Joseph Cuvelier.  (cfr Raadplegingsproceduur). 
  • Digitalisering: Niet gedigitaliseerd.
  • Reproductie :  Voor het maken of verkrijgen van reproducties is de voorafgaande schriftelijke toelating van het College van procureurs-generaal vereist (cfr. supra). Voor aanvraag van een reproductie door het CegeSoma-team vind je alle praktische informatie hier.  
  • Onderzoeksinstrument : Inventaris (INVI69)

Beschrijving van het archiefbestand :

Het belang van de dossiers van deze dienst voor het onderzoek naar o.a. de vervolging van de collaboratie na de Tweede Wereldoorlog, de zgn. Repressie, kan moeilijk overschat worden. De 'Service des Instructions Générales' had immers de opdracht om de magistraten te voorzien van een corpus aan beleidsdocumentatie met betrekking tot "alle kwesties inzake de interpretatie van wetten, besluiten enz., alsook alle principekwesties". Efficiëntie en uniformiteit in vervolgingsbeleid en rechtspraak was het ordewoord. In de loop van haar bestaan produceerde de dienst duizenden min of meer thematische dossier(tje)s, geordend op basis van een rubriekenstelsel - inclusief omvangrijke ‘varia’-afdeling.

De Dienst voor Algemene Onderrichtingen werd eind 1953 opgeheven. Haar strikt documentaire taken gingen over naar een nieuwe Documentatiedienst, die tot de afschaffing van het militair gerecht in vredestijd (2003) bleef bestaan. De Documentatiedienst heeft de dossiers van haar voorganger systematisch doorploegd om haar eigen, nieuwe dossiers te stofferen – met name met stukken over allerlei onderwerpen die ook na de Repressie nog relevant waren voor de militaire rechtscolleges.