‘Heritages of Hunger’, een succesvol transnationaal project.
Oorlogen en bezetting gaan niet zelden gepaard met honger en hongersnood. Denken we maar aan de ‘Hongerwinter’ in het Westen van Nederland op het einde van de Tweede Wereldoorlog of aan de pakkende beschrijvingen in Guillaume Jacquemyns’ La Société belge sous l’occupation allemande van permanente voedseltekorten, honger en de mentale impact ervan tijdens de Tweede Wereldoorlog in België. Het fenomeen honger is veel breder en kan ook in niet oorlog gerelateerde contexten ontstaan. Niet zelden liggen politiek-maatschappelijke beslissingen en mechanismen aan de oorsprong en de persistentie ervan. Het Nederlandse project Heritages of Hunger hield begin april een conferentie in Toronto waar diverse aspecten van honger en de herinnering eraan aan bod kwamen, het fenomeen in een breed wetenschappelijk en maatschappelijk perspectief werd geplaatst en veel aandacht uitging naar de manier waarop individuen en samenlevingen aan honger het hoofd trachtten te bieden.
Het project Heritages of Hunger is een samenwerking tussen de Radboud Universiteit, de Universiteit Wageningen en het NIOD en wordt gefinancierd door het NWO, het Nederlands fonds voor wetenschappelijk onderzoek. Het transnationaal project bestudeert honger in de negentiende en twintigste eeuw en de herinnering eraan in Nederland, België, Finland, Spanje en Oekraïne. Ook Canada krijgt veel aandacht omdat emigratie naar dat land gezien werd als een mogelijkheid om aan de honger te ontsnappen.
Onderzoek en herinnering
Het project heeft al verschillende publicaties opgeleverd en de proefschriften die eruit zullen voortvloeien zijn al ver gevorderd, ondanks de omstandigheid dat de aanloopfase van het project samenviel met de Corona-epidemie en de lock-downs in verschillende landen die het werk allerminst vergemakkelijkten. De oorlog in Oekraïne belemmert het geplande veldwerk aldaar. Tussentijdse resultaten werden eerder al gepresenteerd op conferenties in Nijmegen en Amsterdam, waar steeds de aspecten onderzoek en herinnering gekoppeld werden en de band werd gelegd met musea.
Dat was ook tijdens de conferentie in april het geval. Naast bezoeken aan een memoriaal, een tentoonstelling en filmvoorstellingen, werd nieuw onderzoek gepresenteerd, zoals dat van Ingrid de Zwarte over de betekenis van honger bij de dekolonisatie van Indonesië en gingen internationale specialisten in op de algemene mechanismen en patronen die aan hongercrisissen ten grondslag liggen, waarbij de band gelegd werd met de internationale actualiteit.
Een nieuwe virtuele tentoonstelling
De conferentie was tevens de gelegenheid om een nieuwe, virtuele tentoonstelling te lanceren. De tentoonstelling gebruikt de resultaten van het onderzoek en het materiaal dat tijdens het project verzameld werd om aan een breed publiek de fenomenen honger en hongersnood uit te leggen en inzichtelijk te maken. Dit gebeurt aan de hand van een aantal stellingen/vragen die de bezoeker van de tentoonstelling steeds dieper inzicht en meer context geven. Hoewel de focus overwegend Europees is, werd de virtuele tentoonstelling zo opgevat dat de voorbeelden een meer globale en transnationale visie bieden op honger en hongersnood door achterliggende mechanismen en reactiepatronen bloot te leggen.
De nog lopende tijd van het project zal gebruikt worden om de proefschriften af te ronden en een aantal producten verder af te werken. Nu al kan gesteld worden dat dit project, precies door de transnationale aanpak, een adequaat kader biedt om nationaal onderzoek over honger en hongersnood in te bedden.