DRIE VRAGEN AAN … Artyom Lyapounov,
specialist inzake digitaliseren en bewaren van onze collecties

Het CegeSoma voert al jarenlang onderzoek over de Tweede Wereldoorlog en hedendaagse conflicten. De resultaten van dat werk komen vaak in de media, maar ze berusten ook op even essentieel werk in de luwte: het bewaren en digitaliseren van archieven. Zonder dit nauwgezet werk is onderzoek onmogelijk. Vandaag stellen we 3-4 vragen aan Artyom Lyapounov, medewerker van het team dat die fundamentele taak vervult. Artyom behaalde een bachelor in economie en een master in milieuwetenschappen en -beheer aan de ULB; hij liep diverse stages in de financiële sector en kwam in juli 2023 in dienst bij het CegeSoma.
Waaruit bestaat je werk ?
Een van mij hoofdopdrachten is de kwaliteitscontrole van de ingescande documenten. Concreet betekent dit nakijken dat elke scan beantwoordt aan een reeks technische en visuele criteria door hem te vergelijken met het originele document. Na die eerste controle volgt de postproductiefase: de bestanden worden in verschillende formaten omgezet, krijgen een nieuwe naam enz. Zo kunnen ze op de lange termijn bewaard blijven. Bij foto’s gebeurt het ook dat we de negatieven in positieven moeten omzetten, de beelden opnieuw kadreren, bepaalde parameters aanpassen enz.
Enkele maanden geleden heb ik, bij voorbeeld, de verwerking afgerond van het fotofonds uit het persoonlijk archief van een Duitse militair fotograaf die tijdens de Tweede Wereldoorlog actief was. Het gaat om honderden negatieve filmen, hoofdzakelijk opgenomen in Frankrijk tijdens de bezetting, maar ook in België, Nederland en Duitsland. Dat project heeft ongeveer anderhalf jaar in beslag genomen, want alle foto’s moesten stuk voor stuk losgeknipt worden uit de filmstroken en daarna digitaal behandeld worden. Vandaag kunnen al die beelden in alle leeszalen van het Rijksarchief geraadpleegd worden. Daarnaast zorg ik ook voor de reproductieaanvragen die we per mail of direct vanuit de leeszaal ontvangen. Het betreft vooral dossiers van verzetsmensen die wij bewaren.
Die documenten worden opgevraagd door familieleden of onderzoekers. Dit is een aspect van mijn werk dat mij nauw aan het hart ligt. Je komt vaak in contact met mensen die al erg lang op zoek zijn naar informatie over hun ouders of grootouders en die dankzij deze dossiers eindelijk iets vinden. Het is fijn feedback te krijgen van die mensen, die trouwens soms aan de andere kant van de wereld wonen, in Nieuw-Zeeland of Canada.
En van weerstanders gesproken, hier moet ik beslist de opdracht vernoemen die de laatste maanden het meeste van mijn tijd heeft gevergd: het project Resistance in Belgium, de nationale databank over het verzet in België. Door het vertrek van Anne Chardonnens, die het project tot dan volgde, heb ik het werk overgenomen om de gegevens op het platform te importeren.
Momenteel ben ik bezig de gegevens te importeren uit de persoonlijke dossiers in verband met het statuut van weerstander door de sluikpers. Het gaat om ongeveer 25 000 dossiers. Daarbij komen nog meer dan 500 sluikbladen die allemaal een eigen fiche op het platform gaan krijgen. Een deel van die publicaties kan je ook raadplegen via onze specifieke website: Belgian War Press. Ik ben erg begaan met dit werk en ik hoop het tot een goed einde te kunnen brengen.
Naast al die opdrachten brengt het relatief beperkt personeelsbestand van het CegeSoma ook met zich mee dat ik diverse dagdagelijkse taken opneem. Dat kan gaan van helpen in de leeszaal, over het voorbereiden van documenten voor universitaire evenementen tot het verplaatsen van collecties of boeken in onze opslagruimtes, vooral in de kelders.
Wat zijn volgens jou de vereiste kwaliteiten en uitdagingen in verband met je werk ?
Ik zou zeggen dat je voor mijn werk bij het CegeSoma vooral je taken heel goed zelf moet kunnen organiseren; je moet ook geduld hebben en veel aandacht voor details. De meeste taken die ik uitvoer hebben geen strikte deadline, maar ze zijn wel erg omvangrijk. Dat vraagt een regelmatige en volgehouden inzet, wil men ze op een dag kunnen afronden. Het is dus van essentieel belang om geconcentreerd en bij de zaak te blijven en ervoor te zorgen dat je niet kopje onder gaat of je laat afleiden door ander dringend werk.
Ik denk dat ik van nature geduldig en nauwgezet ben en die kwaliteiten komen mij dagelijks goed van pas. Ik ben tevreden dat die persoonlijke eigenschappen relevant zijn gebleken voor het werk dat ik bij het CegeSoma doe. Gelet op de brede waaier aan opdrachten moet je zeker ook polyvalent, flexibel en soms creatief zijn. Je staat geregeld voor onverwachte situaties, waarvoor je met de beschikbare middelen concrete oplossingen moet bedenken.
Je moet je dus ook kunnen aanpassen aan de mensen en hun noden. Bij voorbeeld: bij de aanvragen voor reproducties krijgen we dikwijls te maken met oudere personen die soms minder goed overweg kunnen met digitale media. Dan moet je de tijd nemen om alles rustig uit te leggen, zodat iedereen toegang krijgt tot de gewenste informatie zonder zich verloren te voelen.
De laatste grote uitdaging voor mij houdt verband met de opdrachten die ik overnam voor het project Resistance in Belgium. Ik moest op erg korte tijd heel wat nieuwe vaardigheden onder de knie krijgen en een grote hoeveelheid informatie assimileren. Ik ben nog altijd erg dankbaar dat Anne Chardonnens zo haar uiterste best heeft gedaan om mij haar expertise op zo’n korte tijd over te dragen.
Wat heb je bij het CegeSoma geleerd dat je in je verdere loopbaan kan gebruiken ?
Op historisch vlak heb ik de rijkdom en complexiteit van het verzet in België ontdekt, een onderwerp waar ik erg weinig van wist voor ik bij het project betrokken werd. Zo van nabij met de archieven werken heeft me de inzet, het parcours van individuele weerstanders en de uiteenlopende vormen van hun engagement beter doen begrijpen.
Ik heb ook heel wat technische vaardigheden verworven, vooral inzake digitalisering, postproductie en beheer van gegevensbestanden. Vaardigheden die ik ergens anders waarschijnlijk niet zo intens had kunnen ontwikkelen en die waardevol zijn voor mijn verdere loopbaan.
Het is een vrij atypisch werk dat verschillende domeinen combineert en een grote verantwoordelijkheid inhoudt. Ik hou van die mix die me elke dag motiveert. Ik haal mijn motivatie ook uit het contact met mijn collega’s, mensen die door hun werk gepassioneerd zijn en met wie het aangenaam samenwerken is.
Heb je interessante dingen ontdekt ?
Van alle documenten die ik in handen heb gehad, hebben die uit onze collectie dagboeken het meeste indruk op mij gemaakt. Als je daar uren mee bezig bent, lees je vanzelf uittreksels ervan. En sommige blijven je bij.
Ik denk meer bepaald aan het dagboek van een vrouw die tijdens de bezetting dag na dag haar pogingen optekende om haar vermiste man en broer terug te vinden. Ze schreef alles op tot in het minste detail. Op een bladzijde had ze zelfs een soort astrologische berekening genoteerd om, als ik het goed begrepen heb, het ‘ideale’ moment te bepalen om een brief te sturen naar iemand die haar misschien kon helpen. In de laatste bladzijden legt ze uit dat ze hen heeft teruggevonden en dat ze zich klaarmaakt om naar hen toe te gaan.
Ik heb ook dagboeken gelezen van weerstanders die gevangen zaten in Sint-Gillis of naar Duitsland gedeporteerd waren. Ze beschrijven hun dagelijks leven, hun angsten, maar ook de solidariteit die er onder gevangenen kon bestaan. Die teksten zijn dikwijls erg ontroerend. Ze bieden een blik op de geschiedenis zoals die van binnenuit beleefd werd, in haar meest menselijke dimensie. Sommige verhalen hebben de allure van een roman of een filmscenario en toch gaat het om authentieke gebeurtenissen.
Een van de dagboeken was van een Luikse student gedurende de bezetting. Hij spreekt over zijn dagelijks leven aan de universiteit, over de spanningen in de familie, over zijn persoonlijke twijfels … Vrij gewone dingen als je de historische context buiten beschouwing laat. Zo vertelt hij, bij voorbeeld, ook hoe hij met zijn broer per vrachtwagen naar Brussel gaat om te ‘frauderen’ en daarbij de verboden omzeilt.
Ik heb tussen de dagboeken ook een reeks valse papieren gezien die door naar Frankrijk gevluchte Belgen werden gebruikt. Ook daar gaat het om erg concrete zaken waar unieke, boeiende verhalen van mensen achter schuilgaan.
We hebben iets meer dan 340 dagboeken uit dit fonds gedigitaliseerd. Je kan ze raadplegen in de leeszalen van het Rijksarchief. Voor wie belangstelling heeft voor het dagelijks leven tijdens de oorlog, biedt dit fonds een erg directe inkijk, zonder filter. Dat maakt het ook zo interessant.
Dank je wel, Artyom, voor dit uitgebreid en leerzaam interview ! Jammer genoeg moeten we eind juni afscheid van je nemen. Je toekomstige werkgever mag zich gelukkig prijzen dat hij gebruik kan maken van je deskundigheid.