De Spaanse burgeroorlog in de bibliotheek van het CegeSoma
'De Spaanse burgeroorlog in de bibliotheek van het CegeSoma'. Onder die titel nodigen wij u uit om het achtste thema te ontdekken in onze reeks ‘Afspraken met de bibliothecaris’. Elk thema dompelt u onder in onze collecties en wordt geïllustreerd met een video en begeleidende tekst over de informatie erover in onze bibliotheek.
Bekijk de achtste video ‘Afspraken met de bibliothecaris: 8. De Spaanse burgeroorlog in de bibliotheek van het CegeSoma'.
De Spaanse burgeroorlog (1936-1939) is - na de Tweede Wereldoorlog natuurlijk – ongetwijfeld het conflict dat in de eerste helft van de 20ste eeuw de media het meest heeft beroerd. Zozeer leken zijn reële of denkbeeldige gevolgen destijds fundamenteel voor het lot van de mensheid. Heel wat knappe koppen … en brave burgers zagen er immers een rechtstreeks conflict in tussen fascisme en communisme, beschaving en barbarij, vooruitgang en reactie, christelijk geloof en marxistisch atheïsme. Kortom: tussen licht en schaduw. En zoals zo dikwijls in zulke gevallen verborg het vuur van de passie kille geopolitieke of strategisch-politieke berekeningen, zowel aan de kant van de democratieën als bij hun “totalitaire” tegenstanders.
Onze instelling moest zich door haar aard en missie wel buigen over deze tragische periode in de Iberische 20ste eeuw en ze heeft dat uitgebreid gedaan. De rubriek “Woord(en) uit titel” in het keuzemenu van onze bibliotheekcatalogus levert maar liefst 314 items op als je “Spanje” zou intikken. Uiteraard behandelen die niet allemaal uitsluitend de burgeroorlog van 1936-1939, maar als we het ganse scala aan publicaties over dit thema nader bekijken, kunnen we toch zonder overdrijving stellen dat het CegeSoma meer dan 650 titels bezit die er van ver of nabij betrekking op hebben, van zijn verste aanleidingen tot zijn meest directe gevolgen. Wel gaat het om werken van uiteenlopende aard en kwaliteit.
Van alles wat, heel veel van alles, maar …
We moeten toegeven dat het grootste deel van die boeken in de talen van Voltaire en Shakespeare is opgesteld en minder in die van Vondel (al hebben we ook enkele tientallen Nederlandstalige werken). En boeken in het Spaans of Italiaans zijn eerder zeldzaam. Maar wat hun historiografische bijdrage betreft, gaat het om een vrij rijke verzameling, zowel qua aanpak als qua conceptuele klemtoon.
Geëngageerde werken, zoals die van Paul Nothomb (Belges dans les tranchées d’Espagne -1937) of Charles Terlinden (L’Espagne martyre -1939), die sterk toenmalige opinies weerspiegelen, staan naast boeken van een latere datum. Die zijn op het eerste zicht genuanceerder, maar daarom niet minder partijdig, zoals bijvoorbeeld de “memoires” van Ramón Serrano Suñer (Espagne 1931-1945), de schoonbroer (en ex-minister van binnenlandse zaken) van Caudillo Franco.
In de « zuivere » historiografie zijn de scherpe tegenstellingen uit het verleden al even voelbaar. Historici hebben er lang mee geworsteld om hun sympathie voor de ene of andere partij te verbergen. Wel had het Franquistische Spanje door zijn dictatoriaal karakter en zijn onweerlegbare verbondenheid met het kamp van het overwonnen fascisme, in het kleine wereldje van de volgelingen van Clio lang een erg slechte reputatie. Het volstaat om twee “klassiekers” van het genre te doorbladeren, The Spanish Civil War (1961) van Hugh Thomas of zelfs het veel recentere The Battle for Spain (2006) van Antony Beevor om te merken – in de woorden van Ernest Hemingway – “for whom the bell tolls”.
Hetzelfde geldt voor de onvermijdelijke werken van Stanley G. Payne, al merkt men een evolutie tussen zijn Phalange : Histoire du fascisme espagnol (1965) en een van zijn latere bijdragen, La guerre d’Espagne : l’histoire face à la confusion mémorielle (2010), een werk waarin hij een beetje de balans opmaakt. Het gaat hier om grote synthesewerken, zelfs al zijn ze toegespitst op één specifieke problematiek.
Al blijft die partijdige literatuur nu ook nog deels overeind (denk bij voorbeeld aan Histoire du POUM : le marxisme en Espagne (1919-1939) van Victor Alba), toch heeft de tijd in het algemeen zijn werk gedaan en heel wat scherpe hoeken afgerond. We stippen hier de genuanceerde aanpak aan van de publicaties sinds 1998 bij de Editions Universitaires de Dijon onder auspiciën van Serge Wolikow en Annie Blaton (Antifascisme et nation. Les gauches européennes au temps du Front populaire) of de studie op lange termijn over La montée du militarisme en Espagne : d’une dictature à l’autre (1923-1939) die in 2004 door Harmattan werd uitgegeven.
We moeten ook de aandacht van de lezers met belangstelling voor iconografie vestigen op La guerre d’Espagne : un déluge de feu et d’images (in 2003 gepubliceerd bij het B.D.I.C.); voor de liefhebbers van comparatieve geschiedschrijving citeren we Camps d’étrangers : le contrôle des réfugiés venus d’Espagne (1939-1944) (2018) van Grégory Tuban en voor de liefhebbers van “collectieve voorstellingen” en herinneringsgeschiedenis het mooie werk van Stéphane Michonneau, Belchite : Ruines-fantômes de la guerre d’Espagne (2020) en Los Niños, interviews met vluchtelingenkinderen uit de Spaanse Burgeroorlog die in België zijn beland.
Maar wat de Belgische politiek betreft, moeten we in de eerste plaats het themanummer uit 1987 (nummers 3-4) van het Belgisch Tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis over de Spaanse burgeroorlog belichten: ‘s lands beste specialisten hedendaagse geschiedenis schreven daarvoor een bijdrage over een thema dat aansloot bij hun specifieke expertise.
Samenvattend: deze historiografie is oneindig (of toch bijna). En de ruimte om ze in deze rubriek voor te stellen is beperkt. De bibliothecaris moet hier dus afscheid nemen … maar moedigt de nieuwgierige lezer ook aan om ons een bezoekje te brengen!