Home » Publication » De Koude Oorlog in het ‘nieuwe’ BTNG

De Koude Oorlog in het ‘nieuwe’ BTNG

Het huidige Belgisch Tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis ontstond in 2012 uit de fusie tussen zijn gelijknamige voorganger en de Bijdragen tot de Eigentijdse Geschiedenis, dat in 1997 de Bijdragen tot de Geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog opvolgde. Deze pagina bevat een overzicht van de artikels met betrekking tot de geschiedenis van de Koude Oorlog gepubliceerd in het ‘nieuwe’ BTNG. Een gelijkaardige bespreking van dergelijke publicaties in het ‘oude’ BTNG vindt u hier. Wie op zoek is naar Koude Oorlog-gerelateerd onderzoek in de BEG (en zijn voorganger), kan hier terecht.

In zijn eerste publicatiejaar gaf het ‘nieuwe’ BTNG meteen een tamelijk prominente plaats aan het Belgische Koude Oorlogsonderzoek. In elk nummer werd het conflict in ten minste één artikel meegenomen als factor in de analyse.

Zo benadrukte Anne-Sophie Gijs in haar studie van onder meer de ideologische overtuigingen van de eerste Congolese premier Patrice Lumumba dat die vooral inspeelde op de bipolariteit van de Koude Oorlog en zijn echte ideologische affiniteiten altijd vaag hield, om mogelijke steun vanuit allebei de kampen niet te verwaarlozen (2012/1).

Frank Gerits bevroeg de Amerikaanse publieke diplomatie doorheen de activiteiten van de United States Information Service in het Brussel van de jaren 1950. Hij stelde vast dat die zijn propaganda-activiteiten ten voordele van de Belgische deelname aan de Korea-oorlog en de Europese Defensiegemeenschap niet zozeer op de bevolking richtte maar rechtstreeks op de regering. Pas achteraf werd de bredere samenleving bespeeld, al liep dat niet zo eenvoudig (2012/4).

Maar ook in het themanummer van 2012, over de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog, kenden met name gastredacteurs Bruno Benvindo (Autoriteit(en) over het verleden. (On)getemde herinneringen in Breendonk, 1944-2010) en Evert Peeters (Het gevecht tegen de tijd. Patriottische oorlogsherdenkingen als vorm van contestatie, 1945-1965) in hun individuele artikels een zeker gewicht toe aan het Oost-Westconflict in de polarisering van rivaliserende oorlogsherinneringen (2012/2-3).

Een jaar na Gijs plaatste Vincent Genin zijn bespiegelingen over het Franse buitenlandse beleid ten aanzien van de Congokwestie eveneens op het snijpunt van het Koude Oorlogsonderzoek en de dekolonisatieliteratuur (2013/1). Kim Christiaens bracht even later een Koude Oorlogsdimensie in de historiografie over Europese sociale bewegingen met zijn analyse van de Belgische mobilisatie tegen de politieke vervolging in de Braziliaanse dictatuur in de jaren 1970 (2013/4).

De volgende jaren kreeg de lezer van BTNG nog verschillende artikels voorgeschoteld die de diversiteit van actoren en praktijken op het internationale toneel van de Koude Oorlog belichtten. Nu geldt dat wellicht in iets mindere mate voor Vincent Delcorps’ studie van hoe het Belgische diplomatieke apparaat omging met de uitdagingen van het multilateralisme (2014/4), dan voor Rafael Pedemonte Lavisonderzoek naar de Belgische culturele betrekkingen met Hongarije in de nasleep van de opstand in Boedapest in 1956 (2015/1).

In 2019 vinden we in het BTNG opnieuw een artikel terug over de wisselwerking tussen de dekolonisatie en de Koude Oorlog, al minimaliseerde auteur Colin Hendrickx de impact van het Oost-Westconflict op de Belgisch-Zaïrese relaties tijdens het Mobutu-tijdperk (2019/1).

Een jaar later knoopte Elie Teicher min of meer aan met het onderzoek van Christiaens door te focussen op het politieke engagement van de Belgische schrijver Conrad Detrez, die lange tijd in Brazilië verbleef. In zijn artikel verwees Teicher niet expliciet naar de Koude Oorlog maar de verschuivende stellingnames van zijn protagonist tussen een katholiek anticommunisme aan het begin van de jaren 1960 tot zijn deelname aan de activiteiten van een Braziliaanse communistische splinterbeweging eind jaren 1960 en opnieuw verwijdering van dit gedachtegoed naar het einde van zijn leven toe (2020/1).

Nog in 2020 bestudeerde Thomas Briamont de bilaterale betrekkingen tijdens de vroege Koude Oorlog om zo het gewicht van de verschillende determinanten van de buitenlandse beleidsvorming te kunnen inschatten. In navolging van het werk van Christoph Brüll over de Belgisch-Duitse relaties, bepleitte hij een ruimer dan strategisch-militair veiligheidsparadigma. Hij benadrukte daarbij vooral de mentale constructie van militaire dreiging en de manier waarop een aantal actoren die wegen op het beleid, hieraan betekenis gaven (2020/2).

Het jaar nadien bezorgde Bram De Maeyer het BTNG een stukje uit zijn doctoraatsonderzoek over de naoorlogse Belgische ambassadearchitectuur. Het artikel dat hij samen met zijn promotoren Fredie Floré en Anne-Françoise Morel schreef over de Belgische kanselarij in Washington, vormt een mooie illustratie van hoe diplomaten en architecten in de vroege Koude Oorlogstijd samenwerkten met het oog op de versterking van de trans-Atlantische banden (2021/3).

Tien jaar na het themanummer van Benvindo en Peeters over de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog, wees ook Babette Weyns erop dat na een korte periode van bevrijding en reconstructie de Koude Oorlog al snel de polarisering tussen communisten en anticommunisten onder de voormalige verzetsleden gevoelig versterkte (tijdelijke link - 2022/1-2).

2022 was ook het jaar van de vijfenzeventigste verjaardag van het begin van de Koude Oorlog. Naar aanleiding daarvan publiceerde Michael Auwers een reviewartikel over de manier waarop Belgische historici het conflict de voorbije decennia hebben bestudeerd (2022/3). Een samenvatting van dat artikel vindt u hier.