Een Klas in Lula, foto nr 41756 (Fonds jean Van Lierde), Voorbehouden Rechten CegeSoma)Rijksarchief

'Onze Congo' in de bibliotheek van het CegeSoma

''Onze Congo' in de Bibliotheek van het CegeSoma'. Onder die titel nodigen wij u uit om het tiende thema te ontdekken in onze reeks ‘Afspraken met de bibliothecaris’. Elk thema dompelt u onder in onze collecties en wordt geïllustreerd met een video en begeleidende tekst over de informatie erover in onze bibliotheek.

Bekijk de tiende video ‘Afspraken met de bibliothecaris: 10. ''Onze Congo' in de Bibliotheek van het CegeSoma'.

Hoewel de Geallieerden in 1940 geen substantiële militaire bijdrage van de kolonie verwachtten, was de immense Congolese rijkdom aan grondstoffen (koper, kobalt, zink, goud, bauxiet, mangaan, diamant, coltan en ... uranium) een sleutelelement van de oorlogsinspanning en een strategische troef voor de Belgische regering als zij de strijd aan de zijde van de Geallieerden wenste voort te zetten. Onze Force Publique (Openbare Weermacht) vocht weliswaar eervol tegen de troepen van Mussolini tijdens de Ethiopische veldtocht, maar hun inzet was niet doorslaggevend voor het verloop van het conflict. Maar, zoals iedereen weet, het uranium uit Katanga was wél overvloedig aanwezig in de atoombom die werd gedropt op Hiroshima. 

Wat er ook van zij, onze instelling heeft niet nagelaten zich vanaf het begin, via de bibliotheek, te buigen over “het geval Congo”. Mettertijd werd ze daarin creatiever en verliet ze het beperkte tijdskader dat aanvankelijk was afgebakend (ongeveer 1930-1950) om zich bezig te houden met heel de periode 1914-1960…en zelfs een beetje daarbuiten (wanneer men geschiedkundige samenhang wil bewaren, merkt men eens te meer dat “honger de beste saus is”). Uiteindelijk is het niet overdreven om te stellen dat onze bibliotheek in de loop der jaren ongeveer 2500 werken heeft verzameld over de geschiedenis van Congo tijdens de “korte 20e eeuw”, zeker wanneer ook rekening wordt gehouden met propagandabrochures en artikels uit wetenschappelijke tijdschriften, waarbij ook Rwanda en Burundi niet worden vergeten.  

Aanvankelijk werd de collectie gevoed door het archief van INBEL (Belgisch Instituut voor Voorlichting en Documentatie te Londen) dat talrijke propagandapublicaties aanleverde die zeer representatief waren voor wat in die periode op het spel stond. Daarna volgden vele andere geschriften waarmee de verhoudingen van de Congolese samenleving met de verschillende lagen van de koloniale macht vanuit verschillende invalshoeken konden worden bekeken.  

Zo werd overgegaan van een zeer Belgisch georiënteerde, paternalistische benadering (zoals bijvoorbeeld bij Désiré Denuit met Le Congo en guerre, champion de la Belgique-1945) naar een meer wetenschappelijke en multidisciplinaire aanpak van de geschiedkundige gegevens (vb. Le Congo belge durant la Seconde Guerre mondiale. Recueil d’études / Bijdragen over Belgisch-Congo tijdens de Tweede Wereldoorlog-1983), of, niet te vergeten, meer punctuele onderwerpen (Marc Depaepe & Lies Van Rompuy, In het teken van de bevoogding. De educatieve actie in Belgisch-Kongo-1995 of, meer in het bijzonder over de oorlog, Jacques Vanderlinden, A propos de l’uranium congolais-1991) waarbij aandacht werd besteed aan de interactie tussen beide landen, met inbegrip van de collectieve beeldvorming hieromtrent (Peter Verlinden, Belgisch-Kongo : 50 jaar koloniale herinneringen-2010 of Luc Vints, Kongo made in Belgium. Beeld van een kolonie in film en propaganda-1984). 

Is het nog nodig te bemerken dat de herdenkingen naar aanleiding van de honderdste verjaardag van de Groote Oorlog ons in staat hebben gesteld ons onderzoek te verlengen (in 2018 verscheen een volledig nummer van het Belgisch Tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis over het thema 'Congo at War') met de generatie van “vóór 1940” ( Guy Vanthemsche, in Le Congo belge pendant la Première Guerre mondiale. Les rapports du ministre des Colonies Jules Renkin…2009, heeft hiervoor enigszins de aftrap gegeven en werd nadien gevolgd Catherine Lucas, Griet Brosens…en enkele anderen) en dat gevoeligere en confronterende aspecten van de Belgisch-Congolese verhoudingen op een meer kritische wijze werden herbekeken, voornamelijk (maar niet alleen) door Nederlandstalige onderzoekers (Ludo Dewitte, met Crisis in Kongo-1996, Jef Van Bilsen avec Kongo 1945-1965. Het einde van een kolonie-1993 of Les secrets de l’affaire Lumumba, o.l.v. Luc De Vos, Emmanuel Gerard, Jules Gérard-Libois en Philippe Raxhon-2005).

Kortom, al wie de geschiedenis van de kolonie wil bestuderen vindt in onze instelling de belangrijkste en meest ervaren auteurs terug, van Idesbald Godderis tot Guy Vanthemsche, van Jacques Vanderlinden tot David Van Reybrouck. En door omstandigheden, via erkende onderzoeksprojecten, geraakte het Centrum ook betrokken bij de koloniale geschiedenis toen het enige tijd geleden een jonge historica onthaalde die een fundamenteel werk schreef over het lot dat de Belgisch-Congolese metissen te beurt viel (Sarah Heynssens, met De Kinderen van Save-2017). Dit was de aanleiding om de bibliotheek aan te vullen met een bij uitstek gevoelige problematiek, omdat het de mens tot in zijn diepste wezen raakt in de beproevingen van de afgelopen eeuw.
A.C.