Interférences : Radios, collaborations et répressions en Belgique (1939-1949)
Ontmoeting Publieksgeschiedenis (2021-3)
Aan het eind van de oorlog is het tijd om rekeningen te vereffenen. Overal te lande worden zij die bestempeld worden als landverraders opgejaagd. Onder hen ook de medewerkers van Radio Brussel, de zender die tijdens de voorbije sombere jaren Duitse propaganda uitzond. Voor de Krijgsraden worden twee spectaculaire processen gevoerd om bekende speakers en journalisten te veroordelen. Anderen - columnisten, acteurs, musici, typistes en ambtenaren – die betrokken waren bij de meer “gewone” collaboratie waarvan ze vaak oordeelden dat ze eerder onschuldig of onvermijdelijk was , moeten verschijnen voor de epuratiecommissies die worden ingesteld bij de bevrijde radio. Net zoals andere besturen in het land bestraft het Nationaal Instituut voor de Radio-Omroep personeelsleden die onvoldoende ‘patriottische afstand’ hebben gehouden van de bezetter. De symbolische inzet van deze grootschalige operatie van ideologische bevrijding is immens en de straffen zijn dan ook zeer streng: bij het NIR was men niet mals als het erop aankwam de situatie weer recht te trekken. Maar het oordeel is vaak ondoordacht en wispelturig en de inconsistentie in de behandeling van gelijkaardige gevallen toont aan dat de wissel van de macht worstelt met hinderpalen en interferenties: de “zuiveraars” moesten vooreerst het hoofd bieden aan onvermoede materiële, technische en juridische moeilijkheden, en ze mochten ook de heropstart van een medium dat zijn almacht had bewezen niet in gevaar brengen. Met een omgekeerd verhaal – dat van de straf teruggaat naar de fout – willen we u onderdompelen in de gedetailleerde, haast “klankrijke” geschiedenis van een etheroorlog die zo rumoerig verliep dat de (gemystificeerde) echo ervan nog altijd weerklinkt in ons collectieve geheugen.
Céline Rase is doctor in de geschiedenis aan de universiteit van Namen en master journalistiek aan de UCL. “Interférences : Radios, collaborations et répressions en Belgique (1939-1949)” is een publicatie gebaseerd op de doctoraatsverhandeling die ze verdedigde in 2015. Daarin brengt ze twee van haar geliefde onderwerpen samen, namelijk de media en de geschiedenis van WOII . Na vier jaar te hebben gewerkt op de communicatiedienst van het FNRS is ze teruggekeerd naar de universiteit van Namen waar ze onder meer verantwoordelijk is voor het vak Vraagstukken over de hedendaagse geschiedenis, en meer bepaald het onderwerp collaboratie en naoorlogse repressie. In het kader van een postdoctoraal onderzoek werkt ze ook aan een project voor de wetenschappelijke valorisatie en vulgarisatie van de figuur van de weinig bekende bioloog Hector Lebrun. Dit onderzoeksproject gaat gepaard met een tentoonstelling en podcasts die ingaan op de aanhoudende evolutie van de wetenschappelijke kennis, praktijken en standpunten.
Moderator :