Appartements témoins. La spoliation des locataires juifs à Paris, 1940-1946.
Ontmoeting Publieksgeschiedenis van het CegeSoma (2025-4)

Conferentie in het Frans met als gast Sarah Gensburger.
Een gesprek onder leiding van Laurence Schram.
Na de bevrijding is de terugkeer naar het leven van alledag niet makkelijk voor de meeste Joden uit de regio Parijs die de oorlog overleefd hebben. Op een geraamde bevolking van ongeveer 200 000 Joden voor 1940, werden 40 000 mensen vermoord. De anderen zijn om te overleven massaal hun woonplaats ontvlucht naar de niet-bezette zone, het platteland of naar een ander adres in de hoofdstad. Bij hun terugkeer stelden ze vast dat hun appartement nu door niet-Joodse gezinnen werd bewoond en dat ze bijgevolg verdreven waren. In tegenstelling tot een nog altijd hardnekkige misvatting verliep de installering van de nieuwe huurders niet spontaan, maar voltrok ze zich onder auspiciën van het Vichyregime, gesteund door de Duitsers. Erger nog: ze werd na de bevrijding bekrachtigd door de opnieuw ingestelde Republiek.
Dit werk verhaalt deze door historici miskende onteigening, op het kruispunt van de geschiedenis van de Shoah en de huisvesting. Er werd een overheidsbeleid op poten gezet om tegemoet te komen aan het tekort aan woningen voor de Parijzenaars. Ook moesten de slachtoffers van de geallieerde bombardementen opnieuw gehuisvest worden. Het instrumentarium voor de uitsluiting van de Joden trad in werking op de immobiliënmarkt waar we eigenaars, ambtenaren, slachtoffers van de bombardemente, buren, conciërges en klanten ‘met een kruiwagen’ aantreffen, kortom de Parijse samenleving in gans haar diversiteit. Deze beroving wordt beschreven op basis van duizenden onuitgegeven archiefdocumenten, brieven met diepbedroefde jammerklachten en discriminerende formulieren.
En ook na de bevrijding laat een virulent antisemitisme van zich horen over deze woningen, want de terugkeer van de Joden verstoort de afspraken van tijdens de bezetting: de opnieuw ingestelde Republiek zal hun recht op terugkeer uiteindelijk inperken. Op die manier zijn deze appartementen getuigen van de mechanismen die de uitsluiting van de Joden uit de Parijse samenleving mogelijk maakten. Het werk ‘Appartements témoins. La spoliation des locataires juifs à Paris, 1940-1946’ laat hen eindelijk aan het woord.
Sarah Gensburger komt het resultaat van haar onderzoek op donderdag 22 mei in de conferentiezaal van het CegeSoma voorstellen, in het kader van de Ontmoetingen Publieksgeschiedenis in samenwerking met de vzw ‘De Vrienden van het CegeSoma’. Het gesprek verloopt onder leiding van Laurence Schram.
Sarah Gensburger is onderzoeksleider aan het CNRS (Centre national de la recherche scientifique), meer bepaald aan het Centre de Sociologie des Organisations - Sciences Po Paris. Zij is sociologe, politiek wetenschapper over de herinnering en historica over de Shoah. Naast het boek dat ze hier komt introduceren, heeft ze onder meer meegewerkt aan ‘Qui pose les questions mémorielles ? met Jenny Wustenberg (dir.), ‘Dé-commémoration. Quand le monde déboulonne et change les noms de rues’ en ook ‘The Covid-19 Pandemic and Memory. Remembrance, commemoration, and archiving in crisis’ (foto Julian Tapprich).
Laurence Schram is als historica verbonden aan de Kazerne Dossin en is wetenschappelijk medewerker aan de Université Libre de Bruxelles. Zij heeft meegewerkt aan de conceptie en oprichting van het het Joods Museum van Deportatie en Verzet (1995) in nauwe samenwerking met prof. Maxime Steinberg. Zij heeft ook bijgedragen aan de renovatie van het Belgisch paviljoen in Auschwitz en aan het nieuwe museum en memoriaal ‘Kazerne Dossin’. Ze schreef studies over de Shoah in België; haar doctoraat behandelde de geschiedenis van de Kazerne Dossin. Haar onderzoek werd in 2016 bekroond met de ‘Prijs Natan Ramet’ en met de ‘'Prijs Stichting Auschwitz – Jacques Rozenberg'. Haar boek ‘Dossin: Wachtkamer van Auschwitz' werd in 2018 gepubliceerd.