De Grote Oorlog in de collecties van het CegeSoma

Bankbiljet van twee frank in 1914 uitgegeven
door de gemeente Herseaux, Rechten
voorbehouden CegeSoma, (nr. 530633)

De focus van de instelling lag bij de oprichting in 1967-1969 op de Tweede Wereldoorlog. Pas sinds de jaren 1990 heeft het CegeSoma zijn onderzoeksterrein uitgebreid naar de Eerste Wereldoorlog. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de documentatie m.b.t. de Grote Oorlog maar een klein deel uitmaakt van de collecties van de instelling. Al bij al gaat het daarbij toch om meer dan 5.000 bibliotheekreferenties, duizenden foto’s en postkaarten, ongeveer zeventig archieffondsen, een honderdtal dagboeken en manuscripten en tientallen vlugschriften en affiches.


Niet te vergeten ook de gecensureerde pers en sluikpers in bezet België, die op de website The Belgian War Press geraadpleegd kan worden.

Dankzij een kostbaar duwtje in de rug van het Algemeen Rijksarchief, dat een deel van zijn boeken over dit thema aan het CegeSoma heeft geschonken, hebben we in een vijftiental jaar een interessant bibliotheekbestand kunnen aanleggen. Daarin zijn een aanzienlijk deel publicaties te vinden die vermeld worden in het recente Cent ans - et plus - d'ouvrages historiques sur la Première Guerre mondiale en Belgique 1914-2018 = Honderd jaar - en meer - geschiedschrijving over de Eerste Wereldoorlog in België 1914-2018 van Pierre-Alain Tallier en Sofie Onghena (2019), één van de elf referenties te vinden via het trefwoord “historiografie – België – 1914-1918”.

Tekenend voor die rijkdom: het trefwoord “wereldoorlog (1914-1918)” dat 410 referenties opgeeft, waaronder het onmisbare ‘De Groote Oorlog: het koninkrijk België tijdens de Eerste Wereldoorlog’ (1997) van Sophie De Schaepdrijver, dat in 2004 in het Frans verscheen onder de titel ‘La Belgique et la Première Guerre mondiale’. Maar ook andere erg waardevolle producties zoals ‘L’épopée belge dans la Grande Guerre racontée par les écrivains et les combattants belges’ (1923, 4 delen), of ‘La Belgique et la guerre mondiale’ (1928) van Henri Pirenne, een baanbrekend werk.

Als we per regio kijken, vinden we 77 referenties via het trefwoord “wereldoorlog (1914-1918) – Vlaanderen (België)”, veel meer dan voor Brussel (tien studies via het trefwoord “Brussel (België) – geschiedenis – 1914-1918 (Duitse bezetting)” en Wallonië (zeven referenties via het trefwoord “wereldoorlog (1914-1918) – Wallonië (België)”. Die oververtegenwoordiging van Vlaanderen is niet verwonderlijk, gelet op de belangrijke militaire ontwikkelingen in het Noorden van het land en de kwestie van het activisme. Het trefwoord “wereldoorlog (1914-1918) – België – activisme” levert op zich alleen al 175 titels op!

Voor Wallonië in 1914-1918 moet de studie ‘La Wallonie et la Première Guerre mondiale. Pour une histoire de la séparation administrative’ van Paul Delforge (2008) worden vermeld, evenals de rijkelijk geïllustreerde synthese ‘La Wallonie dans la Grande Guerre 1914-1918’ van Mélanie Bost en Alain Colignon (2016) en de tegenhanger ervan voor de hoofdstad, ‘Bruxelles, ville occupée 1914-1918’ van Bruno Benvindo en Chantal Kesteloot (2016).

Wanneer we een toen zwaarbeladen concept als ‘pangermanisme’ nemen en dit linken aan de Eerste Wereldoorlog via de trefwoorden “pangermanisme – 1914-1918” en “imperialisme – Duitsland – 1914-1918”, krijgen we eveneens een interessant resultaat. De eerste term levert 19 titels op, waaronder de klassieker ‘Mitteleuropa’ van Friedrich Neumann (1915). Daarnaast vinden we via dit trefwoord ook wetenschappelijke werken die echter hun politieke en polemische bedoelingen moeilijk kunnen verbergen, zoals ‘Flandern und Deutschland. Die Flamen und wir’, van Kurt Kerlen (1915). Het trefwoord “imperialisme – Duitsland – 1914-1918” blijkt een nog rijkere oogst op te leveren: niet minder dan 57 titels, veelal in het Duits, naast werken in het Frans, Nederlands en Engels. Een bonte verzameling van de meest uiteenlopende werken en bronnenuitgaven, en ook werken die in de loop van de jaren zelf bronnen zijn geworden. Globaal zien we een overwicht aan Duitstalige werken, naast Angelsaksische. Franstalige en Nederlandstalige werken zijn minder talrijk. Vlaamse titels (werken of bronnen) zijn vaak geschreven vanuit regionaal of lokaal perspectief. Recente werken zijn in het algemeen van hogere kwaliteit. De lezer die verder wil zoeken via soortgelijke combinaties (bijvoorbeeld “pangermanisme – België”) zal op zijn intellectuele speurtocht onontbeerlijke werken vinden.

De militaire geschiedenis komt ook aan bod, getuige bij voorbeeld de 87 referenties via het trefwoord “wereldoorlog (1914-1918) – veldtochten en veldslagen – Frankrijk” of de 68 referenties via het trefwoord “wereldoorlog (1914-1918) – veldtochten en veldslagen – België”

In het archief gaan ongeveer zeventig fondsen geheel of gedeeltelijk over de Eerste Wereldoorlog. Ze zijn over het algemeen bescheiden van omvang en voor het merendeel tot stand gebracht door privépersonen, maar soms ook door de Duitse overheid en in bepaalde gevallen ook door Belgische privé- of overheidsinstellingen. Vooral het leven aan het front en in het hinterland wordt besproken, maar ook de Duitse propaganda en dan vooral de Flamenpolitik, het verzet en de repressie, het activisme, het lot van de krijgsgevangenen, de houding van de magistratuur enz.
In dit geheel valt het fonds verzameld door het Vredescentrum van Antwerpen op door zijn omvang. Het omvat honderden kleine affiches, pamfletten, ravitailleringsdocumenten, reclames, kleine brochures, formulieren en identiteitsdocumenten, programma’s en andere niet-persoonsgebonden documenten uit de periode 1914-1918 die bestemd waren voor een ruim publiek in het bezette land en in het niet-bezet gebied (Frankrijk, Groot-Brittannië en Nederland).
Wat de inhoud betreft, gaan deze documenten over Belgen die naar Engeland of Nederland gevlucht zijn (meer bepaald over de liefdadigheid, de cultuur en de internering van soldaten in Nederland), de hulp aan en de voedselvoorziening van het bezette land, de Duitse, pro-geallieerde, anti-Duitse en pro-Belgische clandestiene propaganda (met figuren als Albert I en kardinaal Mercier)(AA1794).

Inzake het leven aan het front stippen we het archief van de familie Audenaerde-Vanderlinden aan, dat ook handelt over het leven van alledag en de Duitse repressie van het verzet (AA1713), de brieven aan oorlogsvrijwilliger Eugène Van de Pitte (AA1972) en het archief van en over Jean-Baptiste Hagenmeyer, de verantwoordelijke van het Rode Kruis in De Panne (AA2516). Voor het strijd tegen de vijand vermelden we vooral het archief van de familie Dewé over het inlichtingennetwerk La Dame Blanche (AA1984), van pater Liévin Thésin over zijn activiteiten in de inlichtings- en ontsnappingsdiensten (AA2192) en het fonds Robert De Smet, politiek gevangene in Luik (AA2393).

Voor de gecensureerde pers en de anti-Duitse propaganda kunnen de documenten van Félicien Remion uit Verviers van nut zijn (AA1876/2). In het fonds Joseph Jamar (AA1941) vinden we sporen over de houding van de magistratuur. Tot slot werden er in een fonds afkomstig uit het Reichssicherheitshauptamt (AA1423/500) enkele dossiers aangetroffen over de collaboratie met de vijand, naast elementen over de Flamenpolitik uit de Reichsarchive (AA1423/1255).

In reeks samengesteld naast de andere archieven illustreren een honderdtal (veld)dagboeken, schriftjes, losse teksten en andere geschreven of getypte egodocumenten verschillende aspecten van de oorlog en de bezetting in België.

Qua themata komt het militaire aspect relatief het meeste aan bod. Een aantal jonge mannen, vooral uit de “betere standen”, schrijven - soms dag aan dag - hun bevindingen over de bewegings- en de loopgravenoorlog lang of kort neer. Een tweede thema wordt gevormd door de egodocumenten van burgers achter het front die men onder de hoofding “het leven van alledag” zou kunnen ordenen. Dit wordt beschreven vanuit verschillende steden, families, beroepen en leeftijdsgroepen. En dan zijn er nog teksten die een zeer specifieke invalshoek hebben, gaande van een kopie van de ‘Erinnerungen aus dem Weltkrieg 1914/1918’ van generaal Ludwig von Falkenhausen, gouverneur-generaal na von Bissing, tot de ‘Geschiedenis van den duiker aan den grenssteen 26 van de Zuid-Willemsvaart’, zijnde de herinneringen van mensensmokkelaar Louis Peeters 1915-1918.

Al die documenten worden beschreven in de inventaris van de volledige collectie van dagboeken en manuscripten die het CegeSoma tussen 1969 en 2019 heeft verzameld en die beschikbaar is via de catalogus van de archieven van onze instelling.

Qua iconografie gaan de meeste fotografische fondsen die we tot nu toe verzameld hebben, over de militaire aspecten van de oorlog.

Kruiscontrole door schutters te velde, Oudvenelle,
1916, CegeSoma, Fonds Goethals/ Gremers,
foto nr. 589142

Het hoofdfonds “Eerste Wereldoorlog” bevat negatieven over het luchtleger, de Belgische artillerie, de Franse ruiterij en de verschillende slagvelden. De collectie De Bremaecker en het fonds Blondeel vervolledigen dit militaire panorama met beelden van achter het front: Oostkerke, Ramskapelle, Veurne, Lampernisse, enz. We hebben ook beeldmateriaal ontvangen over het dagelijkse soldatenleven. In dat verband zijn de albums van de familie Ponchau, de collectie Louis Chantrenne en de fondsen Greindl, Timmermans, Loxhay en Willemaers het vermelden waard. Het fonds Antoine Dumortier heeft onze collectie verrijkt met ongeveer duizend foto’s die zijn velddagboeken tijdens de hele oorlog illustreren. De kleindochter van Gustave Duchesne bezorgde ons meer dan 300 foto’s van haar grootvader, over de omzwervingen van Belgische pantserwagens van Brest naar Zbarraz en Gladki Zborow.

Collectie Janine Binon, ‘guerre-14-18 : Oorlog 14-18:
Verpleegsters, hospitaal 'L'Océan' in De Panne,
CegeSoma, foto nr. 94030

Enkele kleinere verzamelingen geven ons inzicht in andere aspecten van de periode 1914-1918: het politieke leven, sociale toestanden en de economie in oorlogstijd. De 475 foto’s van Janine Binon brengen een getuigenis over het leven van de verpleegsters in het hospitaal ‘L’Océan’ in De Panne en de school ‘Marie-José’ in Wulveringem. Het fonds Jean Hagenmeyer vervolledigt die reeks met zijn negatieven over het Rode Kruis in De Panne. Het fonds André Drouart getuigt van het leven van de krijgsgevangenen in het kamp van Alten-Grabow. Naast foto’s bewaart het CegeSoma ook heel wat postkaarten over de Eerste Wereldoorlog (collecties Jacques De Vrient-Mores Roza, Pascalle Van Dinter, Thiebault, Dochain en Léon Schillings), en een aantal affiches.