De archieven van de Staatsveiligheid met betrekking tot de inlichtings- en actiediensten

De archieven van de Staatsveiligheid met betrekking tot de inlichtings- en actiediensten

  • Toegang en raadpleging : Het Archief van de Inlichtingen- en Actiediensten is toegankelijk tijdens de openingsuren van de leeszaal. De inhoud van het bestand mag worden gereproduceerd na toestemming van de Staatsveiligheid.  
  • Reproductie : Reproductie van de inhoud van het bestand is vrij in de leeszaal. Voor een verzoek tot reproductie door het personeel van het CegeSoma, vindt u de praktische informatie hier.   
  • Digitalisering : Niet gedigitaliseerd.
  • Onderzoekinstrumenten : Inventaris van de algemene documentatie van het bestand AA1333. Een lijst met ongeveer 45.000 persoonsdossiers is beschikbaar bij het leeszaalpersoneel van het CegeSoma.

Beschrijving van het bestand :

Najaar 1940. De Belgische regering in ballingschap, onder leiding van Hubert Pierlot, vestigt zich in Londen. Een van haar eerste bezigheden is het in leven roepen van efficiënte geheime inlichtingsdiensten. Een groot deel van de archieven van deze nieuwe Veiligheid van de Staat wordt bewaard in het CegeSoma.

“De inlichtingsdienst die ik voor ogen heb moet zich niet alleen bezighouden met het opsporen van militaire inlichtingen. Zijn taak zal oneindig veel groter en delicater zijn. Hij zal dag in dag uit elementen aandragen die de regering zullen toelaten om te peilen naar de toestand van de Belgische staat, zijn burgers, zijn bezetters en vijanden, en zijn vrienden”.

Met deze woorden richt Fernand Lepage, substituut bij de militaire auditeur, zich tot Roger Taymans, kabinetschef van premier Pierlot, kort na zijn aankomst in Londen op 5 november 1940. Enkele dagen later zet de 35-jarige Lepage zich ad interim aan het hoofd van de nieuw opgerichte Staatsveiligheid, die is georganiseerd naar het voorbeeld van de Britse geheime diensten.

In eerste instantie houdt de Veiligheid zich bezig met het verzamelen van een maximum aan gevoelige informatie over de toestand in België. Geleidelijk aan wordt de activiteit verbreed naar de eigenlijke acties, de politieke oorlogsvoering en ontsnappingen uit het bezette land. Daardoor bevatten de archieven van de Staatveiligheid erg nuttige bronnen over de activiteiten van de diverse inlichtingsdiensten  (Luc-Marc, Zéro, Clarence e.a.), de organisaties die zich bezighielden met gewapende actie (Groupe G, Nola…), ontsnappingsnetwerken zoals Comète en diensten die zich bezighielden met politieke oorlogsvoering, zoals Carol, Samoyède en Socrates, dat hulp verschafte aan werkweigeraars.

Op het einde van de oorlog besliste de Staatsveiligheid om het statuut van “Inlichtings- en Actieagent” (IAA) toe te kennen aan de personen die dit statuut aanvroegen en wiens verzetsactiviteiten van “uitstekende kwaliteit” waren. De toekenning van dit statuut gaf aanleiding tot allerlei onderzoeken en verklaringen door de rechthebbenden zelf, hun omgeving en hun directe oversten. De dossiers bevatten ook samenvattingen van de acties van de individuele agenten, persoonsfiches, enz.

Concreet bestaat het fonds van de Staatsveiligheid over de Inlichtings- en Actieagenten uit twee reeksen. Reeks 1 bevat 413 algemene documentatiedossiers over de activiteiten van de Staatsveiligheid in Londen en de verzetsnetwerken op het terrein (zie de Inventaris van de algemene documentatie). Reeks 2 bundelt de persoonsdossiers die verband houden met de erkenning van verzetsdaden van leden van Belgische inlichtings- en actiediensten werkzaam tijdens de Duitse bezetting.

Het fonds is raadpleegbaar in het CegeSoma, maar voor consultatie van persoonsdossiers moet nog steeds toestemming gevraagd worden aan de Staatsveiligheid.

Meer dan 40.000 persoonsdossiers vertellen de geschiedenis van het geheime inlichtingswerk tijdens de bezetting

Voor meer informatie :