75 jaar geleden - Het eerste « Congrès national wallon »
75 jaar geleden, op zaterdag 20 en zondag 21 oktober 1945, vond in Luik het eerste Congrès national wallon (Waals nationaal congres ) plaats. 1.200 tot 1.500 personen namen eraan deel. Het was de eerste bijeenkomst van die aard na de oorlog. Wat vooral in de herinnering blijft is de uitslag van de eerste stemronde, die « sentimenteel » genoemd wordt : van de 1.048 personen die een stem uitbrengen, willen er 486 een aanhechting van Wallonië bij Frankrijk.
Een initiatief ontstaan in de clandestiniteit
Dit congres komt er op initiatief van «la Wallonie libre ». Tijdens de Tweede Wereldoorlog ontstonden er verschillende Waalse groeperingen, maar die hadden geen echt gemeenschappelijk politiek project. «Wallonie libre» – een verzetsbeweging die in de zomer van 1940 ontstond – keurt daarom in april 1944 een resolutie goed over de organisatie van «een nationaal congres van prominente persoonlijkheden die representatief zijn voor het Waalse volk en dat zich moet uitspreken over de verwezenlijking van de autonomie». In zekere zin lijkt deze beslissing al van bij het begin een keuze voor het federalisme ; een standpunt dat in de lijn ligt van besluiten van vooraanstaande figuren van de Waalse beweging tijdens het interbellum. Bij de bevrijding neemt Wallonie libre een Déclaration fondamentale (Basisverklaring) aan. Daarin staat onder andere dat «een Waals nationaal congres Wallonië een grondwettelijk statuut zal geven conform de nieuwe omstandigheden die door de Wereldoorlog zijn ontstaan».
Vier mogelijke wegen voor Wallonië
Het congres wordt georganiseerd in het "palais des fêtes du jardin d’Acclimatation" – nu het Congrespaleis in het « Parc de la Boverie ». Het wordt voorgezeten door de socialistische Minister van Staat Joseph Merlot (1886-1959), die in de zomer van 1945 uit gevangenschap is teruggekeerd. De eerste voormiddag wordt voornamelijk gewijd aan het verslag van Fernand Schreurs. De Luikse advocaat herhaalt de Waalse grieven in tien hoofdthema’s die de stemming in de Waalse beweging aan het eind van de oorlog weergeven : politieke en demografische minorisering, economische achteruitgang, ongelijke behandeling bij de overheidsinvesteringen, « vervlaamsing » van het land … Kortom, het België van 1945 is niet langer het «ééntalige, franstalige België van 1830 ». De Waalse militanten herkennen er zich niet meer in. Op basis van die vaststelling zijn vier opties mogelijk …
Zaterdagnamiddag worden die opties dan toegelicht : het behoud van het unitaire België mits aanpassingen, Waalse autonomie in het kader van België, Waalse onafhankelijkheid en, ten slotte, aanhechting bij Frankrijk.
Na de uiteenzettingen wordt een eerste geheime stemming gehouden. De congressisten hebben twee stembiljetten gekregen : een rood en een geel. Bij die eerste stemronde wordt het rode gebruikt. 1048 congressisten nemen deel aan de stemming. De stemmen zijn als volgt verdeeld : 17 voor het behoud van het unitaire België, 391 voor het federalisme, 154 voor de onafhankelijkheid en 486 voor de aanhechting. Voor de socialist Fernand Dehousse is deze uitslag een ramp : « Morgen zullen we in Brussel, in Vlaanderen en zelfs in het buitenland als incivieken worden beschouwd. We moet dit absoluut rechtzetten. » Een sentimentele stemming die tezelfdertijd als een « uitlaatklep » en als … een waarschuwing weerklinkt.
Na de sentimentele stemming, de stemming van de redelijkheid
‘s Anderendaags vindt de tweede stembeurt plaats, die van de « redelijkheid ». Voor de organisatoren van het congres is het essentieel om een verenigd front te tonen. Deze stemronde wordt daarom niet met geheime stembiljetten maar door handopsteking gehouden Het is bijna 20 u. Sommige congresleden zijn al vertrokken. Sommigen hebben voor hun vertrek hun stembiljet – het gele – in de stembus gestopt: 8 zijn voor het behoud van de eenheidsstaat, 216 voor de autonomie, 72 voor de onafhankelijkheid en 80 voor de aanhechting bij Frankrijk. Bij handopsteking kiezen de congresleden unaniem (min twaalf stemmen) voor de autonomie – met andere woorden voor het federalisme.
Men kan zich de gemengde reacties in de pers levendig voorstellen. Voor het katholieke dagblad, "De Nieuwe Standaard", is dit meer anti-Belgisch dan anti-Vlaams congres niet representatief voor Wallonië dat in België nog steeds zijn « moederland » ziet. Hetzelfde erg kritische geluid in "La Libre Belgique", een katholiek-conservatieve krant, die niet aarzelt om de congressisten als « nieuwe incivieken » te bestempelen. Charles d’Aspremont Lynden, volksvertegenwoordiger voor de PSC, zal trouwens twee weken later tijdens een interpellatie in de Kamer vragen dat bepaalde congresleden voor « incivisme » worden aangehouden. Voor "La Wallonie" daarentegen heeft het congres - unaniem en enthousiast - een wijze keuze gemaakt. Eenzelfde positieve weerklank in het zusterblad "La Meuse", dat het heeft over de grootsheid en de vurigheid van de Waalse ziel.
Het Congrès national wallon structureert zich
Na dit eerste congres structureren de instanties zich. Er komt een permanent comité. De congresleden hebben dit gemandateerd om de autonomie door te voeren. Het moet ook het volgende congres voorbereiden dat in de lente van 1946 in Charleroi zal plaatsvinden. In totaal hebben er tussen 1945 en 1959 negen congressen plaats. Geen enkel hiervan straalt dezelfde hartstocht uit als het congres van 1945, maar ze maken het de publieke opinie wel duidelijk dat er een « Waals probleem » bestaat.
Chantal Kesteloot
Meer weten?
Raxhon Philippe, Histoire du Congrès wallon d’octobre 1945. Un avenir politique pour la Wallonie ? , Charleroi, Institut Jules Destrée, 1995.
Illustratie © KBR