Dag 'Jonge historici' - Promoties 2018-2019
Ieder jaar organiseert het CegeSoma/Rijksarchief een dag voor talentvolle jonge historici die onlangs afstudeerden aan onze universiteiten. Ze krijgen de gelegenheid hun onderzoek voor te stellen. De thema’s passen bij de hoofdopdracht van het CegeSoma, namelijk de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. De conferentie staat open voor studenten, onderzoekers, journalisten en iedereen met belangstelling voor geschiedenis.
Op 28 november 2019 maakten een twintigtal studenten van verschillende Belgische universiteiten hun opwachting. Voor het modereren van de debatten werd beroep gedaan op collega’s specialisten van de twee wereldconflicten: Pierre-Alain Tallier, Dirk Luyten, Geneviève Warland en Bart Willems.
Veeleer dan een onvolledig overzicht van deze rijkgevulde dag geven we hieronder een samenvatting van de bijdragen.
De voormiddag was gewijd aan de geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog:
Célestine HOTELET had het over de wederopbouw van het centrum van Namen na de oorlog. Gilles DE BEUCKELAER gaf uitleg over de werking van de comités voor de opvang van kindervluchtelingen in Tilburg tijdens de Eerste Wereldoorlog. Benjamin BRULARD gaf een nieuwe kijk op de geschiedenis van de Spaanse griep in bezet België. Linde GOOSSENS schetste de toestand van de stad Ieper aan het einde van de oorlog. Arnaud SOUDRON had het over de prostitutie in Charleroi.
Charles LUX schetste de context van de gerechtelijke vervolging van Duitse oorlogsmisdadigers in België na 1918. Aline THOMAS gaf een overzicht van de sporen van de oorlog in de publieke ruimte te Roeselare. Cécilia WANEKEM sprak over de inzet van de erkenning van de Armeense volkerenmoord en Robin VAN DAMME nam ons mee in een verhaal over de forten van Brialmont te Luik van 1888 tot 1940.
De namiddag stond volledig in het teken van de Tweede Wereldoorlog:
Kobe DE GEYTER besprak de Belgen die naar Portugal waren gevlucht. Hannah FLUIT had het over de nationale revolutie en de voedselschaarste in Vichy-Frankrijk. Louis FORTEMPS en Vincent GABRIEL gaven respectievelijk uitleg over de rol van de Geheime Feldpolizei Gruppe 530 en de Geheime Feldpolizei - Gruppe 648. Emmanuel VERMEIRE analyseerde de rol van het Geheim Leger in Groot-Oosterzele.
Juliette LINARD DE GUERTECHIN beschreef hoe kinderen van krijgsgevangenen ervoeren hoe het was om van hun vader gescheiden te zijn. Géromine POULAIN stelde de resultaten voor van haar onderzoek over de medische en sociale omkadering van de inlichtingen- en actieagenten na de oorlog. Maurane BAERT herbekeek met ons het herdenkingslandschap van de oorlog te Beerse, Merksplas en Rijkevorsel. Tot slot boog Charlène CRAHAY zich over de vraag hoe collaborateurs onmiddellijk na de oorlog in de gevangenis behandeld werden.
Deze lezingen getuigden van het blijvende onderzoekpotentieel van de beide wereldoorlogen, vaak op basis van nog maar recent ontsloten archiefbestanden.