Comité Central du PCB, 1945 - , rechten voorbehouden.

70 jaar geleden - De moord op Julien Lahaut

Op vrijdag 18 augustus 1950 bellen twee onbekende mannen rond 21 uur 15 aan op nummer 65 van de “rue de la Vecquée” in Seraing. Géraldine Noël, de vrouw van Julien Lahaut, doet open. Ze vragen om hem namens een zekere Hendricks te kunnen spreken. Zijn vrouw verwittigt hem en de communistische volksvertegenwoordiger gaat naar de deur. Onmiddellijk weerklinken vier schoten. Enkele ogenblikken later ligt Julien Lahaut op zijn rug te zieltogen. Een auto met de twee mannen scheurt weg.

Opschudding en veroordeling

Het nieuws raakt al vlug bekend en zorgt voor heel wat opschudding. Een vijftiental minuten later is er al een dichte menigte samengedromd op de plaats van het gebeuren. Het parket stapt ter plaatse af en begint een buurtonderzoek. Door het late uur brengen de meeste kranten het nieuws pas in hun editie van 20 augustus, al maken enkele dagbladen er de avond voordien al melding van in hun korte berichten. Het nieuws haalt meestal de voorpagina.

De verontwaardiging is algemeen, maar de pers raakt al vlug verdeeld over de oorsprong van de aanslag. Voor de communisten is het overduidelijk dat de verantwoordelijken in de rangen van de leorexisten moeten worden gezocht en is Lahaut een slachtoffer van het fascisme geworden. Maar voor het katholieke dagblad "Het Volk" zijn de verantwoordelijken te vinden bij de ‘buitenlandse’ linkerzijde. "La Libre Belgique" bestempelt de schuldigen als vijanden van België , maar de katholieke krant is van mening dat degenen die, weinig voordien, een klimaat van geweld in het land geïnstalleerd hebben, evenveel schuld dragen. Een allusie op de verwarde context van de aangekondigde mars op Brussel tegen de terugkeer van koning Leopold III. Dezelfde gedachtengang vindt men terug in de uitspraken van de minister van economische zaken, de CVP-er Albert Coppé, die het heeft over het politieke geweld van de voorbije weken. Volgens eerste minister Jospeh Pholien – in functie sinds 16 augustus – moet er vooral over gewaakt worden dat de herwonnen kalmte niet in gevaar komt. Hij veroordeelt de aanslag, maar herinnert er ook aan dat Lahaut “een ideologie verdedigde die de meerderheid van de Belgen verwerpt”.

In Seraing en ver daarbuiten lopen de emoties hoog op. Door zijn persoonlijkheid, zijn langdurig engagement – vakbondsmilitant sinds 1905 - , zijn strijd in het verzet die hem op een deportatie naar Neuengamme en later naar Mauthausen kwam te staan, was Julien Lahaut (1884-1950) ook buiten communistische middens erg populair. Volgens de rijkswacht woonden meer dan 150.000 personen zijn begrafenis bij.

Waarom werd Lahaut gedood ?

Enkele dagen eerder bij de eedaflegging van prins Boudewijn weerklonk de kreet “Leve de republiek” in het parlementair halfrond. Lahaut werd als dader geïdentificeerd. Maar het was eigenlijk de stem van senator Henri Glineur die men gehoord had, ook al had Lahaut daarna eveneens geroepen. De moord op de voorzitter van de Belgische communistische partij werd lange tijd beschouwd als een direct gevolg van deze republikeinse opstelling, in zekere zin het laatste deel van de koningskwestie. In 1972 liet de raadkamer van Luik de zaak seponeren. Het juridisch onderzoek werd daarmee afgesloten. Men wist nog altijd niet wie de opdrachtgevers voor de moord op Lahaut waren.

In 1985 wierpen Rudi Van Doorslaer en Etienne Verhoeyen een eerste steen in de kikkerpoel door te wijzen op de rol van de “stay behind”-netwerken en de anticommunistische inlichtingendiensten. Deze opzoekingen leidden tot de hypothese van een poging tot politieke destabilisatie. De moord op Lahaut had een reactie van de communisten moeten uitlokken en van de wederomstuit de invoering van een sterk regime mogelijk moeten maken.

Een oorlogsdaad, maar ook … een daad van vaderlandsliefde

In 2008 (nadat een inwoner van Halle eind 2007 getuigd had de schoten te hebben gelost) vertrouwde de Senaat een wetenschappelijke onderzoeksopdracht toe aan het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij (het CegeSoma). Intussen was de identiteit van de doders gemeengoed geworden. Het precieze verloop van de feiten en de rol van de geïdentificeerde personen bleven nog te onderzoeken; er moest nog duidelijkheid komen over de eventuele opdrachtgevers, hun motieven en het verloop van het gerechtelijk onderzoek. Zeven jaar later verscheen het werk “Wie heeft Julien Lahaut vermoord ?” van Emmanuel Gerard, Widukind De Ridder en Françoise Muller. Hun conclusie is onweerlegbaar: “niet de koningskwestie, maar de Koude Oorlog vormt de context waarin de moord op Lahaut moet gesitueerd worden”. Maar de voorstanders van de terugkeer van de koning waren ook … fervente anti-communisten. Voor de verantwoordelijken van deze moord, was de executie van Lahaut niet alleen een oorlogsdaad, maar ook … een daad van vaderlandsliefde !

Chantal Kesteloot

© KBR