Archief van Luc Somerhausen
- Toegankelijkheid en raadpleging: Het archief “Luc Somerhausen” is raadpleegbaar tijdens de openingsuren van de leeszaal van het ARA2. De inhoud is vrij raadpleegbaar (raadplegingsproceduren).
- Digitalisering: niet gedigitaliseerd.
- Reproductie: De inhoud van het archief mag vrij worden gereproduceerd in de leeszaal. Voor aanvraag van een reproductie door het CegeSoma-team vind je alle praktische informatie hier.
- Onderzoeksinstrument: Inventaris AA849
Beschrijving van het bestand:
Het archief van Luc Somerhausen gaat over de openbare activiteiten van deze oud-verzetsman. Het bestrijkt een periode die loopt van de nadagen van Wereldoorlog II tot de vooravond van zijn dood. Twee belangrijke onderwerpen komen altijd terug in de duizenden documenten in het archief: de verdediging van de belangen van strijders en/of slachtoffers van de oorlog en de problematiek van de opkomst van het communisme op het wereldtoneel na 1945. Het archief bestaat uit twee grote delen: documentatie die Somerhausen heeft ingezameld en archief dat meer persoonlijk op hem betrekking heeft. De documentatie bestaat uit thematische dossiers die als vertrekpunt kunnen dienen voor grondiger onderzoek. Het archief zelf valt uiteen in drie grote stukken: de inzet van Somerhausen voor het socialisme en meer bepaald het marxisme, de problematiek van de oud-strijders, en de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog.
Luc Somerhausen wordt op 26 augustus 1903 geboren te Hoeilaart. Op zeventienjarige leeftijd wordt hij lid van de Socialistische Jonge Wacht van Sint-Gillis. In 1924 behaalt hij aan de ULB een diploma in de Politieke Wetenschappen. Hij begint vervolgens een loopbaan in de persorganen van de Belgische werkliedenpartij en in 1927 wordt hij de redacteur van het Beknopt Verslag van de Senaat, een dienst waar hij van 1957 tot zijn pensionering in 1971 de leiding heeft.
Zijn verknochtheid aan het parlement en diens geschiedenis vertaalt zich in diverse radio-interviews en in de publicatie van een boek. Gedurende een twintigtal jaar is hij correspondent voor de Populaire, een Frans socialistisch blad. Hij is ook militant in de Brusselse federatie van de BWP. In die periode is hij begeesterd door het marxisme, zoals blijkt uit zijn geschriften en zijn functie als correspondent in België voor het Marx-Engels Instituut (Moskou). Vanuit zijn interesse voor het theater neemt hij leidinggevende functies op bij de schouwburgen Residence Palace en Théâtre des Galeries.
In mei 1940 verrekt Luc Somerhausen samen met de Senaat naar Limoges. In augustus is hij terug in Brussel en werkt hij mee aan de verspreiding van sluikpers, meer bepaald “De Stem der Belgen”. In 1942 gaat hij bij de inlichtingendienst Wim. Op 28 mei 1943 wordt hij aangehouden en opgesloten in Sint-Gillis, om vervolgens gedeporteerd te worden naar Esterwegen (hij was er een van de stichters van de vrijmetselaarsloge Liberté chérie) en Sachsenhausen, waar hij in de lente van 1945 wordt bevrijd.
Begin 1948 gaat bij de Communistische Partij. Aangezien hij vanaf mei 1947 ook voorzitter is van de Brusselse afdeling van de Nationale Confederatie van Politieke Gevangenen en Rechthebbenden van België (NCPGR) en in die hoedanigheid ook nationaal ondervoorzitter van de confederatie, benoemt de Communistische Partij hem tot partijverantwoordelijke voor al wat de politieke gevangenen aangaat. Binnen de NCPGR geraakt hij verwikkeld in de grote kwesties rond de Koude Oorlog die in december 1951 uiteindelijk tot een scheuring in de organisatie zullen leiden. Geleidelijk aan begint Somerhausen zich te verzetten tegen de leiding van de communistische partij van België. Hij wordt in 1954 uit de partij gezet maar hij verbreekt zijn communistische banden niet volledig. In november 1954 wordt Luc Somerhausen zelfs verkozen tot secretaris van het bureau van de Internationale Federatie van Verzetsstrijders (FIR).
In januari 1953 lanceert Luc Somerhausen het Bulletin d’Information de la Régionale de Bruxelles de la CNPPA dat vanaf 1953 de titel draagt van Bulletin d’Information des Prisonniers politiques, Résistants et Combattants (verschijnt 871 keer, tot februari 1980). Op 6 april 1957 geeft hij zijn ontslag als secretaris van het bureau, als lid van de algemene raad en als voorzitter van het Belgisch comité van de FIR.
Vanaf 3 juli 1961 zetelt de voormalige verzetsman in de Hoge Raad voor de Nationale Werken van de oorlogsgetroffenen en een paar jaar later wordt hij lid van het Vast Bureau voor de Nationale Werken voor de oorlogsgetroffenen. Van december 1986 tot de ontbinding van de organisatie in 1981 is hij er plaatsvervangend voorzitter van. Vervolgens zetelt hij vanaf 1982 in de nieuwe Hoge Raad voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers en 1982. Hij pleit voor een wettelijke erkenning van het concentratiekampsyndroom en voor gratis verzorging en medicatie voor oorlogsinvaliden. Tenslotte zetelt hij ook van maart 1974 tot december 1981 in de Commissie van beroep voor vergoedingspensioenen (CBVP) voor politieke gevangenen.
Somerhausen is altijd in contact gebleven met politieke gevangen vermits hij van juni 1964 tot juni 1981 voorzitter was van de Belgische vriendenkring Sachsenhausen. Aan het begin van de jaren 1960 zit hij ook in het Contactcomité van de vaderlandslievende verenigingen waar hij de Unie van de Inlichtingen en Actiediensten vertegenwoordigt. In maart 1966 maakt hij in die hoedanigheid deel uit van een geschiedkundige commissie die de regering ertoe moet brengen een instelling op poten te zetten die belast wordt met de studie van de geschiedenis Tweede Wereldoorlog, wat uiteindelijk zal leiden tot de oprichting van het Navorsings- en Studiecentrum voor de Geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, de eerste benaming van het SOMA. Hij maakt deel uit van het wetenschappelijk comité van de instelling dat een eerste keer vergadert op 18 april 1968. Vanaf het begin, in april 1970, is hij lid van het Bureau en hij wordt op 1 september 1979 ondervoorzitter van de instelling, een functie die hij bekleedt tot zijn overlijden op 5 april 1982 te Elsene.
Voor mer informatie :
- Alain Colignon , « La Belgique, une patrie d’anciens combattants ? », in Cahiers d’Histoire du Temps Présent, 3, 1997, p. 115-141.
- José Gotovitch, Du communisme et des communistes en Belgique : approches critiques, Bruxelles : Aden, 2012.
- Pieter Lagrou, Mémoires patriotiques et occupation nazie : résistants, requis et déportés en Europe occidentale, 1945-1965, Bruxelles : Complexe, 2003.
- Michel Vermote, « Luc Somerhausen, ‘agent-prospecteur’ in dienst van Moskou », in Brood &Rozen, vol. 14, 2009, nr 5, p. 41-53.