Affiche ‘The Belgian colonial troops in the Middle East, [1940-1945]’ uitgegeven door Print. L. S. Gray & Co, (coll. CegeSoma/Rijksarchief, n°274035, rechten voorbehouden).

75 jaar geleden - Pierre Ryckmans, gouverneur-generaal van Congo, bezoekt Brussel

De Belgische kranten van april en mei 1945 besteden ruim aandacht aan het eerste bezoek van de gouverneur-generaal van Congo sinds de bevrijding. Talrijke artikels gaan over zijn interventies die overal in België op veel bijval kunnen rekenen. Hij wordt ontvangen door de Prins Regent en door de Minister van Koloniën; hij houdt toespraken voor de Commissie van Koloniën in Kamer en Senaat en voor de Grote Katholieke Conferenties.

Maar waar heeft hij het precies over? Zijn voornaamste boodschap is dat hij het moederland er wil aan herinneren dat Congo heeft deelgenomen aan de oorlogsinspanning. De kolonie heeft niet alleen de Belgische regering in Londen gefinancierd maar heeft ook verschillende grondstoffen geleverd zoals rubber, palmolie, tin, enz., en – niet te vergeten – uranium bestemd voor de Verenigde Staten en Groot-Brittannië: drie vierde hiervan heeft gediend voor de bommen op Hiroshima en Nagasaki.

Ook militair nam de kolonie deel aan de oorlog, onder meer met geslaagde operaties in Abessinië. Er werden troepen gestuurd naar Nigeria en naar Egypte en zelfs tot in Birma werd een veldhospitaal ingericht. Gevechten en ziektes kostten het leven aan zowat 800 Congolese soldaten. De gouverneur is van mening dat België de oorlogsinspanning van de inboorlingen indachtig moet zijn onder meer door “hun materieel en moreel niveau op te krikken”. Hij pleit voor grote uitgaven om Congo te ontwikkelen en de kolonies naar democratie te brengen en dus tot zelfbeschikking. Hij is echter ook van mening dat het totaal voorbarig zou zijn de inboorlingen te laten participeren in een regeringsraad aangezien ze zouden denken dat ze belachelijk gemaakt worden. Hij roept op tot een verbetering van de levensstandaard, van de gezondheid en van de professionele en intellectuele toekomst van de “zwarten”.
Hij toont zich optimistisch over de toekomst van de kolonie: de nieuwe bedrijven die werden opgericht om aan de oorlogsnoden te voldoen moeten nu bestendigd worden, worden toegerust en van arbeidskrachten worden voorzien. Hij lanceert ook een oproep aan diverse beroepscategorieën zoals artsen, ambachtslui, leerkrachten, enz.
Hij ontkent met klem de geruchten dat de Verenigde Staten hun oog op Congo zouden hebben laten vallen…

Op 9 mei leidt hij tijdens een liefdadigheids- en filmgala bij Schone Kunsten “Congo” in, een film van André Cauvin over de oorlogsinspanning van de kolonie. Nadien begeeft hij zich terug naar Leopoldstad.
Vandaag beseffen we dat de Tweede Wereldoorlog een cruciale periode was voor de Belgische kolonie. Om in het kader van de oorlogsinspanning grondstoffen te voorzien werd het aantal dagen dwangarbeid van de Congolese bevolking verdubbeld van zestig naar honderdtwintig. In de mijnbouw en de industrie werden de werkomstandigheden slechter. In december 1941 gingen de mijnwerkers in staking om loonsverhoging te eisen. De staking wordt in bloed gesmoord en er vallen tientallen doden. Congolese soldaten hadden weliswaar deelgenomen aan de oorlogsinspanningen in Afrika maar voor België was er geen sprake van dat ze zouden meehelpen bij de bevrijding van Europa, ondanks hoop in die zin van het expeditiekorps. Congolese soldaten in contact brengen met de Europese werkelijkheid was niet aan de orde. Eind juli 1944 moet het expeditiekorps terugkeren naar Congo. Maar op het ogenblik dat gouverneur Ryckmans op bezoek komt wordt de bijdrage van Congo in de bloemetjes gezet… De gouverneur kent echter maar al te goed de uitdagingen die nog moeten worden aangegaan.

Meer weten over Congo tijdens de Tweede Wereldoorlog? Maak online kennis met het archief van Cauvin en zijn talrijke gedigitaliseerde foto’s: https://new.cegesoma.be/nl/de-fotocollectie-andré-cauvin
Dagelijkse pers: collectie KBR.

Isabelle Ponteville