Koken in 1940 : Vindingrijkheid troef !
België bevond zich in 1940 in een hoewel kortzichtige, al bij al toch comfortabele neutraliteit, maar kampte wel met allerlei tekorten door de restricties die de bezetting met zich meebracht. Voor een land dat niet in staat was zichzelf te bevoorraden en dat geklemd zat tussen het Brits embargo, de massale opeisingen van de bezetter (zeker in de zomer van 1940) en de haperende officiële rantsoenering, zat er niets anders op dan de buikriem strak aan te spannen om te kunnen overleven. Of om intensief gebruik te maken van een ‘plan B’ wat in dit geval betekende : de kunst van het koken met restjes perfectioneren. Een groot deel van de bevolking was immers niet in de mogelijkheid om zijn toevlucht te zoeken tot de ‘zwarte markt’ (de prijzen van sommige producten swingden de pan uit, zo steeg de prijs van koffie van 28 frank per kilo in mei ’40 naar … 2320 frank in juni 1944). Bij de volksklasse bracht de vindingrijkheid van de huisvrouwen weinig zoden aan de dijk : de koolraap kon nog altijd geen goed stuk vlees vervangen om de echtgenoot een verzadigd gevoel te geven, hoewel de ‘culinaire literatuur’ die in deze periode tot ontwikkeling kwam het tegendeel beweerde.
Vanaf de herfst van 1940 puilden de etalages van de boekhandels uit met boeken met interessante titels als ‘L’alimentation rationnelle en temps difficiles’ (niet minder dan 4 uitgaven in de lente van ’41) of ‘Nieuw kookboek : 320 onuitgegeven recepten aangepast aan den huidigen tijd’ of ‘Ik kook zuinig’. Op ernstige toon werd in deze kookboeken uitgelegd hoe je kon koken met zowel lucht als met streek- en tuinproducten, of tenminste met producten die verkrijgbaar waren zonder de beperkingen van de ravitaillering (de zeldzaam geworden eieren of vlees kwamen er nauwelijks in voor…). Een klein boekje met de niet- ironisch bedoelde titel ‘De redder van de huisvrouw’ (Le sauveur de la ménagère) presenteerde zo het recept van een overheerlijke ‘havermoutsoep’, van niet te versmaden ‘aardappelwafels’ en van een eerder merkwaardige ‘leverpaté zonder lever’ (sic !) opgesmukt met, naar keuze, ‘mayonaise zonder eieren’ of ‘zonder olie’ (zeer praktisch omdat sinds oktober 1940 ‘de distributie van tafelolie onbestaande is’, zoals een andere publicatie uit die periode opmerkt). In navolging van de dagbladen en de vrouwenbladen, kruidde ook de oude ‘Almanach Mathieu Laensbergh’ zijn weers- en andere voorspellingen met enkele oorlogsrecepten.
Alle recepten uit deze onzekere tijd hebben gelijkaardige kenmerken. Ze grijpen allemaal terug naar ‘plan B’ : groenten uit de eigen tuin. Knollen zowel zwaar als flauw van smaak, waren meer dan ooit in trek, net zoals aardappelen, maar die waren er niet altijd en zeker niet voor juli 1942. Wat kwaliteitsproducten betreft moest men het doen met ‘ersatz’. De Belg, zowel de Waal als de Vlaming, was toen een grote broodeter. Hij moest echter het genoegen nemen met een rantsoen van 225 g per persoon per dag tot eind 1943. En voor het grootste deel van de bevolking ging het dan nog over “ersatzbrood” : aan tarwemeel werd in variabele porties , meel van erwten of de droge bonen, gerst of spelt, of zelfs fijngemalen stro toegevoegd. Omdat een vochtigheidsgraad van 40 % getolereerd werd, kan men zich voorstellen dat het resultaat weinig appetijtelijk was. Dit ‘oorlogsbrood’ was niet meer dan een grijze deegachtige massa met een taaie korst. Je moest een dag wachten om er kunnen van te eten want pas na een dag kon je er van snijden. Sommigen beweren dat als je het brood tegen de muur gooide, het gewoon bleef plakken.
Niettegenstaande de moeilijke tijden, slaagden onze huismoeders er toch in om aan de verzuchtingen van hun families tegemoet te komen, zij het met wisselend succes. In de winter van 1942-1943 bracht een miraculeuze visvangst een overvloed aan haring op tafel. Van diep in Vlaanderen tot in Henegouwen, werd haring vergezeld van alle soorten sauzen, gezouten, gestoofd of in gelatine opgediend, tot je er misselijk van werd. Het paste in de tijdsgeest om creatief om te gaan met tekorten en spaarzaam te zijn met wat men had. In de meeste eenvoudige huishoudens werd het welbekende ‘verloren brood’ van onze grootmoeders bereid met weinig tot bijna niets. ‘L’alimentation rationnelle en temps difficiles’ van maart 1941 gaf als raad oud brood zeker niet weg te gooien maar bij te houden om op de kachel te laten drogen en dan door de vleesmolen te halen. Het tot bruinachtig poeder getransformeerd brood moest je vervolgens met ‘een beetje margarine’ of zelfs zonder in de pan bakken en dan serveren met ‘een beetje yoghurt (sic !) of confituur’. Dit zou erg lekker geweest zijn (de menselijke veerkracht is niet te onderschatten) en om kinderen deze droge kost te laten doorslikken ‘werd aangeraden om een er een glas of beker met water en een lepeltje confituur bij te geven’, zelfs een glas rabarbersap, ‘en dit alles goed te mengen om er zeker van te zijn dat alles goed opgelost is’. Er zijn nog talrijke ‘goede recepten van vroeger’, maar gezien de beperkte ruimte gaan we het hier bij laten. De lezer die er graag meer over wil weten of die aan vrienden, je weet maar nooit, enkele ‘oorlogsgerechten’ wil voorschotelen vindt zeker zijn gading in de bibliotheek van het CegeSoma. Hieronder al een lijstje van werken met recepten uit de sombere oorlogsjaren die onze (groot)ouders hielpen (over)leven in een periode van grote beproevingen met behulp van enkele glazen levertraan, barmhartig aangeboden op medisch voorschrift door ‘Winterhulp’ …
Alain Colignon, bibliothecaris
Meer weten ?
- Ik kook zuinig, Brussel, Centrale Maatschappij, 1940.
- Over voeding en rantsoeneering : uitgegeven ter gelegenheid der tentoonstelling over voeding en rantsoeneering met medewerking van Het Vlaamsche Kruis, Antwerpen, Drukk. De Vos-Van Kleef, 1940, 96 p.
- Iedereen kan aardappels teelen door F. Van Santen, Brussel,Espes, s.d. - 31 p.
- Nieuw kookboek : 320 onuitgegeven recepten aangepast aan den huidigen tijd, Brussel,Ecopubli, 1942, 160 p.
- 1940-1945. La vie quotidienne en Belgique, Bruxelles, CGER, 1985.
- L’alimentation rationnelle en temps difficiles, Bruxelles, Association pour la propagande et l’application des principes d’une alimentation rationnelle en temps difficiles, 1940.
- Conseils pratiques pour la ménagère, Bruxelles, Fernand Leemans, 1940.
- Le sauveur de la ménagère, Liège, Vaillant-Carmanne, 1940.
- La ménagère débrouillarde, Bruxelles, 1940.