75 jaar geleden - Oprichting van de Nationale Verzetsraad
Op 1 februari 1945 werd met een besluit van de regent de Nationale Verzetsraad opgericht, nadat reeds in december 1944 de eerste basis ervan was gelegd. Dit nieuwe orgaan zal de regering moeten adviseren over alle aangelegenheden die het verzet aanbelangen. Amper een maand na zijn oprichting wordt de Raad geïnstalleerd, op een ogenblik dat het land eindelijk uit een regeringscrisis is geraakt. Op 7 februari had Eerste M…inister Pierlot immers ontslag genomen. Enkele dagen later komt de socialist Achille Van Acker aan de leiding van een regering van nationale eenheid bestaande uit socialisten, katholieken, liberalen en communisten. Het is hij die op 23 maart de Nationale Verzetsraad installeert. Die verenigt alle verzetsgroeperingen die op 13 september 1944 erkend waren, namelijk het Bevrijdingsleger, het Geheim Leger, de Groep G, Groep Nola, het Onafhankelijkheidsfront (in zijn militaire samenstelling; Belgisch leger der partizanen en Patriottische Militie), de Belgische Nationale Beweging, de Belgische Militaire Weerstandsorganisatie en de Witte Brigade (Groep Fidelio) en de Nationale Koninklijke Beweging (in de provincies Antwerpen, Brabant en West-Vlaanderen). De Raad maakte dus wel degelijk deel uit van de gewapende arm van het verzet ook al mochten andere groeperingen hem eveneens vervoegen.
Op 28 maart 1945 begint de Raad te werken en wordt een Voorzitter gekozen. De eerste Voorzitter wordt de Luikenaar Pierre Clerdent (1909-2006), lid van het Bevrijdingsleger. Een van de opdrachten van het nieuwe organisme betreft de kwestie van het statuut van de verzetsmensen, een vraagstuk dat reeds vanaf de bevrijding aan de oppervlakte kwam. Als actieve weerstander kan in principe iedereen erkend worden die vóór 5 juni 1944 (dus vóór de geallieerde landing in Normandië ) een belangrijke rol speelde bij de bevrijding van België. Dergelijke erkenning ging uiteraard gepaard met rechten. Maar wie moest erkend worden? Het verzet was niet beperkt tot het militaire onderdeel ervan, verre van… In maart 1945 werd hierover reeds door de verspillende componenten van het verzet gedebatteerd. De kwestie deed veel inkt vloeien en was het onderwerp van bittere discussies. De Nationale Verzetsraad bleef een louter raadgevende rol spelen. Vanaf de zomer van 1946 verdween hij op de achtergrond en hij had nooit de uitstraling of de impact van zijn Franse tegenhanger.
Chantal Kesteloot