75 jaar geleden - Een vreugdeuitbarsting in moeilijke tijden !
Het nieuws van de Duitse capitulatie raakte in België al in de namiddag van 7 mei 1945 bekend. In het holst van de nacht om 02.41u. was generaal Alfred Jodl ermee akkoord gegaan om de onvoorwaardelijke overgave van de Duitse legers te ondertekenen. Dat gebeurde in Reims in een schoolgebouw dicht bij het station dat daarna een museum werd. De capitulatie zou op 8 mei om 23.01u. middeneuropese tijd ingaan, en op 9 mei om 01.01u. in Moskou. Op 8 mei werd de overgave even voor middernacht een tweede maal keer ondertekend in Berlijn omdat Stalin wilde dat dit gebeurde in de hoofdstad van de verliezer, die toen onder Sovjet-controle stond.
Het nieuws raakte dus bekend in de namiddag van 7 mei 1945. Aanvankelijk bleef men nog enigszins sceptisch maar toen het bevestigd werd, liet de bevolking haar vreugde de vrije loop en kwam in alle steden en dorpen op straat. Overal kwamen vlaggen tevoorschijn. Het was mooi weer. De terrasjes liepen vol. Men zong, men danste, er werden concerten geïmproviseerd.
Voor de politici kwam het er nu op aan de vrede te winnen! Voor sommigen was het een korte nacht maar het was vooral op 8 mei – V-Day – dat men de “Overwinning” ging vieren. Die dag weerklonken de fabriekssirenes en luidden alle kerkklokken. De openbare gebouwen bleven een week bevlagd. Op de radio begonnen alle uitzendingen ook gedurende een week met het volkslied.
Van overheidswege ging de regering om 11 u. kransen neerleggen aan de Onbekende Soldaat en aan de Nationale Schietbaan. Om 15u. kondigde Churchill de capitulatie officieel aan op de radio, maar de bevolking had daar niet op gewacht om te feesten. In de overheidsdiensten werd het werk onderbroken en werd een vrije dag toegekend voor de 9de. De scholen werden gesloten tot vrijdag 11 mei. Om drie uur trok een stoet van vaderlandslievende verenigingen, krijgsgevangenen, weggevoerden en verzetslui door de Brusselse straten. De trappen van de Beurs werden overspoeld. De straten zagen zwart van het volk, de mannen op hun ’s zondags, de vrouwen op hun mooist. Overal kokardes en vlaggen. Men huldigde de Geallieerden, bezong Roosevelt (overleden op 12 april 1945), Churchill, de Gaulle maar ook Stalin. Vliegtuigen overvlogen de stad. Soldaten defileerden in de straten. Men sprong op de jeeps. Kortom, een groot volksfeest dat tot laat in de nacht duurde. Om middernacht weerklonken de sirenes. In het hele land speelden zich dezelfde taferelen af. De oorlog in Europa was voorbij. In een radiotoespraak bracht de Eerste minister hulde aan de geallieerden, het verzet, aan de Belgische strijdkrachten in Afrika en degenen die aan de landing in Normandië hadden deelgenomen. In zijn typische stijl dankte hij de strijders-soldaten, de verzetslui, de weggevoerden, de gevangenen: « Dank, mijn kinderen. Ik ben trots op u ».
8 mei was ongetwijfeld een dag van grote feestvreugde, maar toch met iets minder enthousiasme dan bij de bevrijding in september 1944. Daar zijn verschillende verklaringen voor. Hoewel een aantal streken en steden zwaar geleden hadden, was de vijand sinds maanden niet meer lijfelijk aanwezig op het nationaal grondgebied. In tegenstelling tot de zeer snelle bevrijding, bestond er in mei 1945 sinds weken geen enkele twijfel meer over de Duitse nederlaag, terwijl de zelfmoord van Hitler, de val van Berlijn en de terechtstelling van Mussolini alles nog versnelden. Bovendien riep de oorlog nu andere beelden op : de terugkeer van de weggevoerden, magere gezichten, uitgeteerde lichamen. Men begon zich ook te realiseren dat vele anderen niet zouden terugkomen. Nu dorstte men naar rechtspleging en bestraffing. In die dagen kwam het overigens tot een tweede golf straatrepressie tegen echte en vermoedelijke collaborateurs. Dit verontrustte de regering zeer. Maar er was ook de kwestie van de koning omdat de Duitse overgave de facto de bevrijding betekende van Leopold III, die sinds 7 juni 1944 de gevangene van de Duitsers was. Ter gelegenheid van 8 mei lieten zijn medestanders hun enthousiasme blijken, wat niet overal gewaardeerd werd. België was in een van de zwaarste crisissen van zijn bestaan aan het tuimelen. Kortom, al deze elementen die dan nog bovenop een rantsoenering kwamen die maar niet wilde eindigen, verklaren waarom het er - ondanks de volksvreugde - niet meer zo enthousiast en exuberant aan toe ging als in september 1944.
Chantal Kesteloot